Sinds 1 juli 2025 is de Centrale Database Taxivervoer (CDT) officieel in werking getreden. Voor alle taxichauffeurs geldt een wettelijke verplichting om taxivervoergegevens te registreren en ondernemers moeten deze aanleveren bij de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) in de CDT. Er geldt een overgangsperiode tot 1 januari 2028 waarin taxiondernemingen en taxichauffeurs de tijd krijgen om over te stappen van de Boordcomputer Taxi (BCT) naar de CDT. Maar wat betekent dit concreet voor u als ondernemer?

Nieuwe verplichting: CDT vervangt de BCT

De CDT neemt de rol over van de BCT. Tot 2028 kunnen beide systemen naast elkaar gebruikt worden, maar uiteindelijk moet iedereen overstappen naar de CDT.
 

Aanleveren van data bij SFM-controles

Net als bij de BCT blijft u verplicht om taxivervoergegevens aan te leveren bij een cao-controle door Sociaal Fonds Mobiliteit (SFM). Dit kan:

  • via de TaxiTool van SFM (zelf uploaden);
  • of via uw softwareleverancier die de CDT-data rechtstreeks doorstuurt naar SFM.


Op dit moment zijn er al twee leveranciers die dit voor u uit handen kunnen nemen.
 

Aanleveren via softwareleveranciers biedt extra voordelen

Leveranciers kunnen bij gebruik van de CDT meer doen dan alleen de data leveren. Zo kunnen zij:

  • automatisch de namen van chauffeurs en het type dienst (maxflex- of dienstblokken) doorgeven;
  • openbaar vervoer ritten (OV-ritten) apart labelen als OV.


Vraag uw leverancier of zij deze mogelijkheden aanbieden.
 

Zelf aanleveren? Houd rekening met extra administratie

Kiest u ervoor de data zelf te uploaden, dan moet u bij een controle door SFM een extra lijst aanleveren. In de CDT wordt namelijk alleen het rijbewijsnummer geregistreerd en niet de naam van de chauffeur. U moet dus zelf bijhouden welke naam bij welk rijbewijsnummer hoort.
 

Tijdens de overgangsperiode: dubbel werk

Gebruikt u zowel de CDT als de BCT, dan bent u verplicht van beide systemen de data aan te leveren.